Het norovirus is een gemene ziekteverwekker die veel voorkomt in de koude maanden. Het aantal voedselinfecties, waaronder het norovirus, is vorig jaar toegenomen, volgens het RIVM. Toch kunt u in eigen huis veel doen om niet ziek te worden. De basisregels: vaak handen wassen en eten goed verhitten.
Het aantal voedselinfecties is toegenomen, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vorig jaar werden 2.607 mensen ziek, in 2011 977. Het gaat om de gemelde gevallen, het werkelijke aantal ligt veel hoger.
Kwetsbare groepen vaker slachtoffer
De schatting is dat er jaarlijks 700.000 mensen besmet raken met het norovirus. Daarvan belanden er gemiddeld 2.000 in het ziekenhuis. Vaak gaat het om kwetsbare groepen, zoals kleine kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en zieken. Symptomen zijn onder meer buikpijn, misselijkheid en braken.
Het virus verspreidt zich vooral via mens-op-mens-contact. Als u iemand die ziek is aanraakt of in contact komt met het braaksel van een ziek persoon, dan kunt u al snel besmet raken.
Handen wassen
Het norovirus krijgt u voornamelijk van iemand die al besmet is of doordat iets in uw omgeving besmet is (bijvoorbeeld een deurknop, bestek, een glas). 84% van de besmettingen ontstaan op deze manier. Gelukkig kunt u thuis veel doen om te voorkomen dat u ziek wordt of dat u andere mensen besmet als u zelf ziek bent. Uw handen vaak en goed wassen is het beste middel. Doe dat zeker voor en na toiletbezoek, voor het koken, en voor u aan tafel gaat. Maar ook als u een ziek familielid hebt aangeraakt.
Pas op met braaksel
Als u thuis een ziek familielid verzorgt of als u zelf ziek bent, pas dan op met het opruimen van braaksel. Via braaksel kunt u namelijk heel gemakkelijk besmet raken. Gebruik het liefst plastic handschoenen bij het schoonmaken of een handdoek die u meteen na het opruimen in de wasmachine doet. Is er braaksel op beddengoed of kleding terecht gekomen, was het dan zo snel mogelijk uit, op 60°C of hoger. Zo doodt u het virus.
Wilt u meer lezen over het norovirus, klik dan op de volgende link van het Voedingscentrum.